De Nederlandse richtlijn voor de opslag voor verpakte gevaarlijke stoffen PGS 15 heeft naast ADR-geclassificeerde stoffen tevens betrekking op CMR-stoffen. Deze CMR stoffen, ook wel voluit  carcinogene (kankerverwekkende), mutagene en reprotoxische stoffen blijven vaak buiten beeld in de opslag. De ondergrens voor de opslag van gevaarlijke stoffen die zijn geclassificeerd als CMR, is weliswaar opgehoogd naar 25 kg in de 2020 versie, maar daarmee dienen ze net zoals andere gevaarlijke stoffen volgens de PGS15 opgeslagen te worden.

CMR stoffen vallen dus onder de PGS15. Metalen in vaste vorm, m.u.v. poedervormige metalen, zijn hiervan uitgezonderd. Voor de logistiek is het echter zeer lastig. CMR-stoffen zijn volgens de CLP-etikettering herkenbaar door het ‘radiant man’-symbool. Een dergelijk symbool bestaat niet binnen het ADR. Dit levert voortdurend problemen op met de herkenbaarheid van CMR-stoffen. Tenslotte wordt een groot deel van de logistiek gestuurd door geautomatiseerde systemen. Een deel van de CMR-stoffen zullen op basis van andere gevaareigenschappen ook een ADR-classificatie hebben, maar een groot deel heeft dat niet. Fabrikanten geven vaak alleen door als het om ADR gaat. Onderzoek toont aan dat veel mee produkten CMR zijn dan vaak wordt aangenomen.

Lees verder: https://www.pgs15.training/2021/02/14/cmr-stoffen-vaak-buiten-beeld-in-de-opslag